De afgelopen dagen hoorde ik wat kritische geluiden in mijzelf. Meestal kan ik daar maar beter even naar luisteren, in plaats van het direct weg te zetten als ‘de innerlijke criticus die ik niet serieus hoef te nemen’. De mijne heeft namelijk vaak wel een punt als hij van zich laat horen.
Ik voelde me een beetje bang.
Tijdens het schrijven realiseerde ik me ineens dat ik best veel vertel over mijn eigen ervaringen en dat ik totaal geen invloed heb op hoe dat ontvangen wordt. Mijn missie is om het voelen weer populair te maken. Ik weet niet of dat lukt als ik er op deze manier over schrijf.
Mijn innerlijk criticus denkt van niet.
Het is te zwaar. Ik ben het aan het problematiseren. Ik presenteer het als iets dat gefixt moet worden. Of liever gezegd, mogelijk gaat het zo ontvangen worden. Of vind ik het dan toch zelf?
Pfoe! Ingewikkeld, dat met zo binnen zo buiten.
Want wat voel je als mens nou goed aan? Wat verzin je? Kan je weten wat een ander voelt of denkt? Misschien als je heel gevoelig bent, of misschien dan juist wel niet.
Hoe het ook zij.
Wat ik graag toevoeg aan wat ik al geschreven heb, is dat veel voelen zo ontzettend fijn is. Veel voelen is veel leven. Mensen die herkennen wat ik schrijf in de zwaarte zullen ook het intense genieten herkennen. De eindeloze diepten van liefhebben. Het sprankelende van ècht blij zijn. En het gevoel dat het leven zo magisch mooi is.
De leukste feestjes vier je meestal met mensen die veel voelen.