Misschien herken je het. Je hebt een hele fijne collega met wie je het al jaren goed kunt vinden. En dan ineens maakt ze een heel gemeen grapje dat je ontzettend boos maakt. Hoe kan ze dat doen? Kennelijk heb je je al die jaren in haar vergist en moet op je hoede zijn.
Ik vind het altijd fascinerend om mee te maken als er zoiets als dit gebeurt. En omdat voelen mijn lust en mijn leven is leg ik er graag een vergrootglas op.
Vroeger wist ik niet dat je zo’n situatie vanaf een afstandje kan bekijken en verloor ik me totaal in mijn gevoel. Vaak besprak ik dan met anderen wat er was gebeurt. “Moet je horen wat ze zei! Nou jaaaaa! Dat doe je toch niet?” De ander vond het meestal ook belachelijk en samen konden we ons ontzettend druk maken om die collega. Best lekker, maar uiteindelijk kwam ik altijd in de problemen. De dag erna, als ik die collega weer tegenkwam bleek zij namelijk gewoon nog steeds mijn fijne collega en niet (alleen) mijn vijand.
In situaties zoals dit (en wie herkent het niet?) kun je zeker weten dat je bang bent geweest om dood te gaan. Dat klinkt misschien overdreven en toch is het waar. Of eigenlijk is het waar en niet waar tegelijkertijd. Je hoofd en lijf zijn het niet met elkaar eens. Je weet natuurlijk dat zij niet echt gevaarlijk is, maar alles in jouw lijf zegt van wel.
Laten we even de logica van je lijf volgen, want dat je hoofd gelijk heeft is duidelijk.
Stel dat je gepest bent als kind en hebt meegemaakt dat je ineens niet meer bij het groepje kinderen hoorde waar je je zo fijn bij voelde. Van het ene op het andere moment lachten ze je uit in plaats van toe en was je al je veiligheid kwijt. Je was klein en snapte niet wat er aan de hand was, laat staan wat je eraan kon doen. Er was niemand die jou zag en je voelde je reddeloos verloren.
Een mens heeft andere mensen nodig om te overleven.
Als dat gevoel van toen op het schoolplein nog onvoldoende aandacht heeft gekregen, kan het ineens weer in volle glorie voelbaar worden. Je noemt dat trauma en met trauma kan je werken.