Sinds ik “ja” heb gezegd tegen het leven, vliegen de metaforen me om de oren. Meestal alleen in beelden, maar een enkele keer ook daadwerkelijk in levende lijve aan. Zoals deze.
Ik maakte pompoensoep.
Hij was een beetje dik en terwijl ik erin stond te roeren plopte er iets waardoor er in één keer flinke klodders soep op mijn arm spatten. Ik voelde nog niet heel veel, maar realiseerde me wel dat alleen even afvegen niet genoeg was. Ik vreesde toch wel voor een verbranding van mijn huid.
“Water, water. De rest komt later” galmde het door mijn hoofd.
Ik liep zo snel mogelijk naar de kraan en hield mijn arm eronder. Wow…dat deed me toch een pijn! Niet te verdragen. Ik zocht nog even op of het echt klopte van dat water, en hoewel dat zo was weerhield het me er niet van toch anders te beslissen. Ik had helemaal geen zin in pijn.
Misschien voel je hem al aankomen.
Op de foto’s kan je zien wat het effect is van mijn verzet tegen de pijn van het koelen. Er ontstond een enorme blaar en omdat ik anderen niet wilde confronteren met zo’n afstotelijk beeld plakte ik er een pleister op. Dat was al helemaal geen goed idee, want juist daardoor ging het enorm irriteren.
Uiteindelijk belandde ik zelfs nog even in het ziekenhuis.
Daar vertelden ze me dat ik mijzelf meerdere derdegraads brandwonden had bezorgd door de pijn van het koelen te vermijden. Toen ik vertrok kreeg ik een vriendelijk, doch dringend verzoek mee.
Of. Ik. Dit. Helemaal. Nooit. Meer. Zo. Op. Deze. Manier. Wilde. Doen.
De moraal van dit verhaal?
Soms gebeuren er dingen in je leven die je verwonden. Het goed verzorgen van deze wonden doet pijn. Doe je dat niet, dan ontstaat er lelijkheid. Ga je dat afdekken om anderen te beschermen dan neemt je eigen lijden toe en houd je er uiteindelijk meer littekens aan over dan nodig is.
En precies zo werkt het ook met emotionele verwondingen.