De taal van eten
De meeste mensen begrijpen ondertussen wel dat problemen met eten, zoals eetstoornissen of mildere varianten daarvan, in de kern niet gaan over eten. Maar, waarover dan wel?
Heel simpel gezegd ontstaan ze vanuit een behoefte die niet vervuld werd, maar ook niet open kon blijven. Je kunt bijvoorbeeld denken aan de behoefte aan zorg, of ruimte voor authenticiteit. Vaak worden zaadjes gepland in de kindertijd en wordt er nog een tijdje krampachtig geprobeerd om om de behoefte heen te leven. Uiteindelijk blijkt dat geen optie; hij moet vervuld.
Maar hoe?
En dan ontstaat het idee van eten als vervanging voor vervulling. Of niet eten. Of braken. Of overmatig bewegen. Of laxeren. Of een combinatie van al die dingen. Het leidt af, verzacht of zorgt ervoor dat je helemaal niets meer voelt. Dus ook niet de behoefte, en ook niet dat het niet lukt om die te vervullen.
Briljant natuurlijk!
Want er was al op allerlei andere manieren geprobeerd om te communiceren over wat er nodig is. Maar het lukte niet. Er kwamen geen woorden. Of er kwam geen reactie. De taal van eten is een krachtige, want wie gaat spelen met zijn of haar gezondheid wordt meestal wel gehoord.
“Ik voel héél eventjes rust na een eetbui” vertelde een cliënt “en ook al weet ik dat dat gevoel van opluchting maar kort duurt, het is beter dan alleen maar de hele tijd paniek”.
Fascinerend, vind je niet? Dat iemand emotionele veiligheid verkiest boven fysieke veiligheid. En niet één iemand, maar heel veel mensen. Mannen, vrouwen en kinderen. En het worden er steeds meer. Zou dat nou toeval zijn in een samenleving waarin emotionele veiligheid een luxe product is geworden dat je kunt aanschaffen bij een coach, of een therapeut?