Roepende in de woestijn

Vanaf het moment dat ik moeder werd voelde ik iets gebeuren in mij. Ik was er wel op voorbereid dat het moederschap heftig zou kunnen gaan worden, maar wat het uiteindelijk met me deed had ik niet aan zien komen.

Het zette mij klem.

Hulp vragen is voor mij nooit zo moeilijk geweest, dus dat deed ik de jaren die daarop volgden dan ook aan iedereen met wie ik in gesprek raakte. Familie, vrienden, docenten, hulpverleners. En allemaal reageerden ze hetzelfde: “Jij? Jij bent zó’n goede moeder!”

Ik voelde me een roepende in de woestijn.

Er werd me uitgelegd dat iedere ouder onzeker is en dat dat echt niet nodig was in mijn geval. Dat was heel lief, maar maakte me nog onzekerder dan ik als was. Ik voelde toch duidelijk iets heel onprettig hard trekken aan mij, maar kennelijk was dit normaal.  

Het werd de zoveelste bevestiging van dat ik me aanstelde.

Nu, zoveel jaren later en wijzer begrijp ik goed wat er gaande was op dat moment. Wat mij riep was mijn eigen ontwikkelingstrauma. “Alles leuk en aardig dat je voor je kindje gaat zorgen, maar er is nog iets anders dat aandacht nodig heeft. Wanneer gaat dat nou eindelijk eens gebeuren?”

Het heeft lang geduurd voordat ik kon verstaan wat mij van binnenuit werd toegeschreeuwd.

De afgelopen jaren ben ik me gaan verdiepen in ontwikkelingstrauma. Ik leerde dat het invloed heeft op de ontwikkeling van je zenuwstelsel. Ik ontdekte hoe mijn eigen zenuwstelsel werkt en kon daardoor een hoop trauma oplossen. Dat gaf ruimte om mijn kinderen eindelijk de plek in mijn leven te geven die zij nodig hebben.

En toen ontstond er een idee. Een workshop, speciaal voor (aanstaande) vaders en moeders  waarin je leert wat het effect van ontwikkelingstrauma is op het contact met je kind, en vooral hoe je daar invloed op uit kunt gaan oefenen. Want dat trauma van generatie op generatie wordt doorgegeven weten we ondertussen wel, maar over hoe dat anders kan hebben we nog veel te leren.