Vorige week was ik op bezoek bij een heel lief en grappig jongetje. We hadden elkaar al een tijdje niet gezien en het eerste wat hij zei was: “Je haar is wit!” Hij keek me stralend aan en ook een beetje stout. “Weet je wat dat betekent?” vroeg hij.
“Dat je oud bent!”
Ik werd er erg vrolijk van. Dat word ik niet de hele tijd van ouder worden, eerlijk gezegd. Het is natuurlijk mooi om wijzer te worden en ik ben ook heel blij dat ik überhaupt deze leeftijd heb bereikt en ik realiseer me ook dat het ouder worden voor mij nu pas begint.
Zo. Hebben we die geruststellende en relativerende woorden even gehad.
Maar dan. Vroeger dacht ik dat sommige mensen ouderwets zijn en anderen niet. Nooit had ik me bedacht dat je vanzelf ouderwets wordt en dat daar niet zo heel veel aan te doen valt. Je ziet weleens mensen erg hun best doen om dat te voorkomen, maar vaak heeft dat iets triests vind ik.
Het is fijn om gewoon jezelf te blijven, maar dan word je dus wel ouderwets.
In mijn werk met twintigers en dertigers word ik steeds vaker glazig aangekeken. Als ik spreek over ‘beerputten’ en ‘kanaries in kolenmijnen’ zie ik met toenemende regelmaat vraagtekens verschijnen in de ogen van degene die tegenover me zit.
Ze volgen me niet.
Tot nu toe levert dat nog niet echt problemen op, want als ik uitleg wat ik ermee bedoel vinden we elkaar snel genoeg weer. Maar ik voel aankomen dat dat gaat veranderen. Nog even en dan word ik bij voorbaat al opgegeven. Een volle grijze haardos gecombineerd met woorden die niet te volgen zijn…
Dat belooft niet veel goeds.
En toch voel ik bij dit vooruitzicht niet alleen maar vrees. Ik voel ook ontroering en verbinding. Het kan niet anders dan dat ieder mens hier iets van meemaakt. Ik ben vast niet de enige die zich nooit had gerealiseerd dat er een moment komt dat je ineens van ‘vol in het leven’ ‘ouderwets’ kunt worden en al helemaal niet dat dat ook echt gebeurt.
Als mens heb je de wereld.
Totdat je je realiseert dat de wereld jou heeft en je maar een klein onderdeeltje bent van een groots geheel. Om te beginnen spiksplinternieuw en na een tijdje ouderwets. Je doet er niets aan. Het overkomt iedereen en dat stelt mij dan erg gerust.
Zolang we samen zijn is het goed.