De eerste keer dat het gebeurde was ik echt onder de indruk. Ik werkte met iemand aan het herstel van anorexia en zocht samen met haar naar de veilige stand van haar zenuwstelsel. Toen ze die gevonden had gebeurde er een wonder. Weet je wat ze zei?
“Ik heb honger.”
We moesten er alle twee om lachen. Ik vroeg haar of ze iets wilde eten en tot onze verbazing zei ze ook nog “ja, graag”. Gelukkig had ik nog een appel over van mijn lunch en niet veel later zat zij die met smaak op te eten. Iemand die letterlijk bang is voor eten!
Hoe kan dat?
In contact met de veilige stand van je zenuwstelsel voel je wat er bij jou van binnen gebeurt. Die informatie is misschien niet altijd fijn, maar heb je wel nodig om goed voor jezelf te kunnen zorgen. Voel je vermoeidheid? Dan is het tijd voor rust. Voel je je boos? Dan is het nodig om ergens een grens aan te gaan geven. Voel je honger? Dan heeft je lijf voeding nodig.
In de veilige stand ontmoet je jezelf precies zoals je bent.
Mensen zijn onwaarschijnlijk goed in het wegmaken of vervormen van wat ze niet willen voelen omdat ze bang zijn voor de gevolgen ervan. Soms kan dat even helpen, maar doe je het te lang dan raak je de weg naar jezelf echt kwijt.
Gelukkig is die altijd weer terug te vinden.
Waarschijnlijk spreekt het voor zich, maar toch even voor de zekerheid: voor anorexia bestaat geen quick fix. Hoewel ik nog vaker van dit soort wonderen meemaakte, is het niet zo dat deze mensen van het ene op het andere moment wèl gingen eten. Het herstellen van anorexia heeft natuurlijk veel meer voeten in de aarde.