De complexiteit van trauma

Laatst schreef ik ergens dat het verwerken van trauma best eenvoudig is. Of kan zijn. Of zoiets. Daar werd nogal kritisch op gereageerd. “Ik moet de eerste persoon met trauma die dat zo ervaart nog tegenkomen.” schreef iemand.

Ik schrok.

Meestal schrik ik altijd eerst even als iemand kritisch reageert en vooral als het over dit onderwerp gaat. Ergens voel ik schroom om de woorden ‘trauma’ en ‘eenvoudig’ in één zin gebruiken.

Alsof dat niet mag.

En toch, elke keer als ik mijzelf kritisch bevraag op dit onderwerp kom ik op hetzelfde punt uit. Het verwerken van trauma is in essentie eenvoudig. Trauma bestaat uit ervaringen die niet goed verwerkt zijn en om die reden opgeslagen liggen in je lijf.

Ik noem het altijd bevroren golfjes.

Je verwerkt het door contact te maken met het gevoel dat bij de ervaring hoort. Laat je, anders dan in de oorspronkelijke situatie het gevoel net zolang toe totdat het uit zichzelf wegebt, dan is het verwerkt.

Je doet dat dus door te voelen.

Voelen is in essentie eenvoudig en wie het nog niet kan, kan het leren. Dat gaat natuurlijk in kleine stapjes. Het hoeft echt niet allemaal tegelijkertijd, want dat zou veel en veel teveel zijn.

Trauma doet echt afgrijselijk veel pijn.

Net als deze enorm complexe sommen op het plaatje niet in één stap op te lossen zijn, kan je ook trauma in stukjes opbreken en (laten) oplossen.

Is dat passend voor iedereen? Natuurlijk niet.

Is het daarom te eenvoudig? Ook niet.

De kern van deze manier van werken is dat je eerst leert voelen. Dat heeft het enorme voordeel dat je straks niet alleen trauma kan verwerken, maar ook in de toekomst kan voorkomen. Je leert hoe je een ervaring verwerkt. En dan maakt het niet uit of je die al hebt meegemaakt of dat die nog staat te gebeuren.

Best fijn, met die enorme wachtlijsten in de GGZ.